Geschiedenis
De Duitse Brak behoort tot de lopende jachthonden. In de 19e eeuw werd de rasstandaard voor de Duitse Brak opgesteld. De Duitse Brak in zijn huidige verschijningsvorm komt vooral veel voor in Olpe in het Sauerland en wordt gebruikt voor de jacht op haas, konijn, wild zwijn en edelhert. Deutscher Bracken ClubDat de Duitse Brak in Olpe in de geschiedenis een belangrijke rol heeft gespe
eld is te zien in de kerk die midden in het centrum staat. Deze kerk bevat een groot glas in lood raam waarop een jager met een Duitse Brak. De Duitse Brak speelt nu nog een belangrijke rol. Aan de achterzijde van de kerk staat een monument dat geschonken is door de Deutscher Bracken-Club ter ere van het 100-jarig bestaan. Uiterlijk
De Duitse Brak is een lichtgebouwde 3-kleurige jachthond, die hoog op de benen staat, met sterke voeten en aaneengesloten tenen. De Duitse Brak heeft een gestrekt adellijk hoofd met een vleeskleurige vlinderneus: het kenmerk van de Duitse Brak. Er is slechts één kleurvariëteit, namelijk rood met zwart zadel en een witte aftekening zoals een doorlopende bles, witte snuit, borst, puntje van de staart en bij voorkeur een gesloten halsring. De staart wordt hangend of met een lichte boog omhoog gedragen. De schofthoogte varieert van 44 tot 52
Karakter en gedrag
Brakken zijn zachtaardige, aanhankelijke tot iets verlegen honden met een sterke jachtpassie. In huis is het een ideale hond, lief, rustig en gehoorzaam, echter buiten is het een fervent jager. Dit typerende karakter kan behouden worden als u de hond met aandacht en zorg opvoedt. Consequent zijn is erg belangrijk. Met het belonen van goed gedrag wordt meer bereikt dan met het bestraffen van verkeerd gedrag. Het is belangrijk, dat baas en pup volkomen aan elkaar wennen en wederzijds vertrouwen opbouwen. Ook is het aan te bevelen een puppycursus te gaan volgen. Een Brak heeft veel lichaamsbeweging nodig. Dit kan een vrije wandeling zijn, of trainen met de hond. Als de hond de leeftijd van 1 jaar bereikt heeft kunt u ook met hem gaan fietsen. U kunt dan met een half uur tot drie kwartier volstaan. Laat de hond niet loslopen in de buurt van verkeer. Als hij een geur in zijn neus krijgt, vergeet hij alles om zich heen en let niet op auto’s. Blijf bij het wandelen nooit wachten, maar loop rustig door en fluit af en toe. U zult merken dat de hond later weer vlak bij u is. Bent u de hond kwijt, ga dan terug naar de plek waar hij u voor het laatst heeft gezien en wacht af. De Brak zal daar altijd terug komen, dat kan ook bij uw auto zijn. Komt hij terug, zelfs na enkele uren, straf de hond dan nooit. Terugkomen bij de baas moet altijd beloond worden.