08/08/2025
“CORRIGEREN IS MISHANDELING! OF TOCH NIET?….”
Het woord corrigeren is tegenwoordig bijna een scheldwoord.
Veel mensen zien voor zich: ru**en aan de lijn, schreeuwen, harde hand.
Maar in de wereld van goed getrainde werkhonden is corrigeren geen wreedheid — het is communicatie.
Zonder duidelijke aanwijzingen weet een hond niet wat de bedoeling is. En in werkhondtaken kan die onduidelijkheid levensgevaarlijk zijn.
B.F. Skinner, grondlegger van de operante conditionering, liet zien dat gedrag wordt beïnvloed door de consequenties die erop volgen.
Daarin zijn vier kwadranten:
- Positieve bekrachtiging
- Negatieve bekrachtiging
- Positieve correctie
- Negatieve correctie
Goed toegepaste correcties vallen binnen dat leerprincipe: ze sturen bij, maar geven meteen de kans om de juiste keuze te maken waarna bekrachtiging volgt.
Ivan Pavlov liet met zijn klassieke conditionering zien hoe prikkels automatisch reacties kunnen oproepen.
Een correctie kan, als je hem consequent en eerlijk koppelt aan bepaald gedrag, een neutrale consequentie worden dat de hond simpelweg begrijpt: “Stop hiermee, doe iets anders.”
Het is geen emotionele aanval, maar een voorspelbare boodschap.
Indien men de hond drie keer gecorrigeerd heeft en het gedrag neemt niet af of stopt dan heeft de hond de correctie niet als correctie ervaren.
De Yerkes-Dodson Law (de bekende bell curve) laat zien dat prestaties het best zijn bij een gemiddeld niveau van arousal:
- Te weinig spanning = traag, ongeconcentreerd
- Te veel spanning = stress, fouten, blokkeren
Corrigeren moet dus zó licht en gecontroleerd gebeuren dat de hond in die optimale zone blijft: alert en gefocust, maar niet angstig. Goede trainers herkennen precies wanneer een hond aan de top van de curve zit en zorgen dat hij daar blijft.
Werkhonden zonder grenzen? Dat is vragen om ellende
Werkhonden werken in situaties waar:
• Een fout gevaarlijk is
• Precisie telt
• Rust belangrijk is
Zonder grenzen krijg je chaos, frustratie en onbetrouwbaar werk.
Grenzen zijn geen beperking van vrijheid, maar het fundament voor veiligheid en zelfvertrouwen.
De 3 gouden regels die corrigeren veilig en eerlijk maken
1. Perfecte timing : corrigeer precies op het moment dat het fout gaat, niet vijf seconden later.
2. Zo licht mogelijk : gebruik de kleinste interventie die werkt, vaak is je stem genoeg.
3. Geef altijd een uitweg : laat de hond direct het juiste doen en beloon dat stevig.
Het probleem is niet dat er gecorrigeerd wordt, maar dat het vaak verkeerd gebeurt.
Onkunde, frustratie en slechte timing zorgen voor mishandeling , niet het concept zelf.
Een correcte correctie is geen klap, maar een helder gesprek.
En dat gesprek zorgt ervoor dat de hond met plezier, focus en veiligheid zijn werk kan doen.
Corrigeren bij werkhonden is geen mishandeling. Het is respectvol, wetenschappelijk onderbouwd en noodzakelijk.
Een werkhond zonder grenzen is als een auto zonder remmen: het gaat goed… tot het fout gaat.