04/09/2025
⭐️ Afleiden is niet altijd de oplossing bij uitvalgedrag⭐️
Veel mensen horen dat ze hun hond het beste kunnen afleiden wanneer hij uitvalt aan de riem. Een snoepje onder de neus, wat aandacht vragen, of snel doorkomen met een commando. En ja, soms is dat handig, want we weten dat we in de praktijk soms in lastige situaties terecht kunnen komen en dan is afleiden nog altijd beter dan je hond aan zoveel spanning bloot te stellen.
Maar... het is geen oplossing voor het probleem. Want afleiden haalt de emotie en het gevoel achter het gedrag niet weg.
Uitvalgedrag is nooit zomaar "stout zijn". Achter uitvallen zit altijd een emotie. Vaak is dat angst, onzekerheid of frustratie. En naast die emotie komt er op termijn ook een stukje aangeleerd gedrag bij. Honden ontdekken namelijk dat als ze lawaai maken, de andere hond, fietser of voorbijganger vaak vanzelf weer verdwijnt. Dat voelt voor de hond alsof het gedrag werkt.
⸻
Eerst kijken naar de emotie
Wanneer we met uitvalgedrag aan de slag gaan, beginnen we dus niet met "hoe krijg ik mijn hond rustig langs die prikkel?", maar met de vraag: "Wat voelt mijn hond op dit moment?"
• Is hij gespannen?
• Probeert hij afstand te creëren?
• Welke signalen laat hij al vóór het uitvallen zien?
Een hond die uitvalt, vliegt er meestal niet op omdat hij de ander per se wil aanvallen. Het gaat veel vaker over controle houden over de situatie.
Vergelijk het maar eens met iemand die bang is voor spinnen. Als jij niet weet waar die spin is, blijf je zoeken. Pas als je hem in beeld hebt, voel je weer een stukje controle. Zo werkt het ook voor onze honden: door te blaffen en te springen proberen ze hun omgeving beheersbaar te maken.
⸻
Waarom afleiden niet genoeg is
Sommige methodes leren een hond om alleen maar strak onder aandacht te lopen: koekje hier, commando daar, oogcontact en doorlopen. Dat lijkt misschien netjes, maar het verandert niks aan de gevoelens van de hond. De hond blijft vanbinnen nog steeds bang, gespannen of gefrustreerd.
Echte vooruitgang krijg je pas als je gaat trainen op een afstand die voor je hond werkbaar is. Waar hij de prikkel kan zien, maar nog niet ontploft. Op die afstand kun je observeren hoe hij zich voelt en hem leren dat er ook een andere manier is om met de situatie om te gaan.
Waneer je op die manier wederzijds vertrouwen opbouwt, kan je in een later stadium je hond makkelijker door lastige situaties op kleinere afstand helpen. Je hond leert namelijk dat jij de situatie veilig maakt en controleert en hij heeft ruimte gekregen om zijn emoties te laten veranderen zonder gepusht te worden.
⸻
Het grotere plaatje
Uitvalgedrag staat nooit los van de rest van het leven van je hond en soms ook niet van jouw leven.
• Hoe gaat het met jou? Ben je gespannen of moe, en voelt je hond dat?
• Slaapt je hond genoeg? Hazeslaapjes legen de stress-emmer niet. Zonder diepe slaap is een hond net als wij: sneller prikkelbaar en met een kort lontje.
• Hoeveel rustmomenten krijgt hij na prikkelrijke ervaringen?
Soms spiegelt je hond letterlijk jouw gevoel. Als jij over je grenzen heen gaat, kan zijn gedrag ineens een stuk heftiger zijn. En dat maakt het zo belangrijk om naar het hele plaatje te kijken en niet alleen naar dat ene moment van uitvallen aan de riem.
⸻
Samenwerken en vertrouwen
Het gaat erom dat jouw hond leert: "Mijn mens regelt dit voor mij."
Sommigen noemen dat leiderschap, ik zie het liever als begrijpen samenwerken en zorgen voor je hond.
Maar misschien is dat ook wat een leider hoort te doen...?
Het is maar net hoe jij dit ziet....
Jij leert zijn signalen lezen, hij leert dat hij op jou kan bouwen. Zo ontstaat er vertrouwen. En hoe meer vertrouwen er is, hoe minder hij zelf de wereld hoeft te controleren.
Want uiteindelijk is dat waar het om draait: dat jij en je hond elkaar kunnen horen, zien en voelen. Dat je hem helpt met zijn emoties, in plaats van ze te bedekken. Zo bouwen jullie stap voor stap aan een band waarin hij niet meer hoeft uit te vallen, omdat hij weet: "Jij zorgt voor mij, ik ben veilig bij jou."
⸻
Praktische tips om mee te beginnen
1. Kies de juiste afstand
Kijk goed naar je hond: kan hij de prikkel zien én toch nog ademen, snuffelen of rustig bewegen? Dan zit je op een trainbare afstand. Vliegt hij direct uit? Dan ben je te dichtbij – maak de afstand groter.
2. Beloon andere keuzes maken en kalm blijven
Ziet je hond een prikkel en blijft hij rustig of keert hij vanzelf zijn blik weer naar jou of de omgeving? Beloon dat direct. Zo leert hij dat andere keuzes maken en rustig blijven loont.
3. Laat hem informatie verzamelen
Blijf eens even stilstaan. Laat hem kijken of snuffelen. Net zoals jij even rondkijkt in een nieuwe omgeving. Dit geeft hem controle zonder dat hij hoeft uit te vallen.
4. Bouw rustmomenten in
Na een wandeling of training: plan een rustblok van minimaal 1,5–2 uur. Zo kan je hond prikkels verwerken en leeg zijn stress-emmer legen.
5. Check bij jezelf
Merk je dat je hond extra heftig reageert? Stel jezelf de vraag: Hoe gaat het eigenlijk met mij vandaag? Soms is zijn gedrag een spiegel van jouw spanning of vermoeidheid.
⸻
✨ Onthoud: Afleiden kan in sommige situaties zeker helpen als noodgreep. Maar het lost de emotie niet op. Echte vooruitgang bereik je door veiligheid, vertrouwen en rust in te bouwen. Alleen dan leert je hond dat hij niet meer hoeft uit te vallen, omdat jij er voor hem bent.