Aquarium Speciaalzaak Utaka

20/08/2025

Momenteel hebben wij twee minuscule visjes uit de rivier in de winkel: en . Beide soorten komen voor in wetlands in Thailand, hoewel het verspreidingsgebied van B. mekongensis ook delen van de Mekong in Laos omvat. De soorten zijn kenmerken voor ondiep, nauwelijks stromend water met meestal een dichte aquatische vegetatie. Deze vegetatie kan bijvoorbeeld uit zeer dichte bossen bestaan.

Brachygobius mekongensis is een kleine goby uit de subfamilie Gobionellinae. Deze subfamilie bevat een groot deel van de in de aquariumhandel beschikbare zoetwatergobies, waaronder de genera , , en . Met een maximale totale lengte van minder dan 2 centimeter is dit een van de kleinste soorten. Hoewel Brachygobius soorten eigenlijk op vaste basis beschikbaar zijn in de handel, bestellen wij deze soorten eigenlijk nooit. Een groot deel van de soorten komt namelijk voor in brakwater, en het blijft onduidelijk of deze het op lange termijn wel in zoetwater volhouden. B. mekongensis verschilt echter van deze soorten door het veel meer landinwaartse verspreidingsgebied. Daarbij is de soort goed herkenbaar door het vale kleurenpatroon en de zeer geringe maximale lengte.

Boraras micros lijkt op het eerste oog de minst gekleurde van de zes Boraras, met een grijze basiskleur en drie kleine zwarte stippen op de flanken. Omdat deze in het wild samen voorkomt met B. mekongensis, blijkt de kleur veel minder saai dan verwacht. In het juiste licht is een felblauwe reflecterende streep te zien op de vissen. De maximale lengte van ongeveer anderhalve centimeter maakt B. micros de kleinste.

Beide soorten zijn goed te houden in met een bodemoppervlak van tenminste 40 bij 40 centimeter. Temperaturen mogen variëren tussen de 22 en 28 graden Celsius. De bak kan ingericht worden met planten uit de regio van herkomst zoals Vallisneria, Nymhoides, Crypyocoryne en Ceratophyllum. Belangrijk is dat de stroming absoluut niet te sterk mag zijn, al zijn daar met de standaard aangeraden filterpompen absoluut geen problemen mee te verwachten. Denk eraan dat ze enkel zeer klein voer accepteren. In het wild foerageren deze soorten op zoöplankton, dus voeren met Daphnia, Artemia of iets van vergelijkbaar formaat lijkt het beste te werken.

https://youtu.be/ZK3921x3rQY?si=32-_SvetqsKDzzck voor de video van de Boraras micros: https://youtu.be/T5Q6d3rd0Jo?si=DE6eSSw9U780vSPg

12/07/2025

Momenteel hebben wij weer in de winkel. Deze soort (Anostomidae) is pas sinds 2016 in Nederland in de handel. De soort komt voor in een groot deel van de en bassins, maar beperkt zich met name tot de snelstromende rivieren. Hierin voeden de vissen zich vooral met detritus en algen, hoewel ze ook andere soorten voedsel zeer goed accepteren. De soort heeft een maximale grootte van ongeveer 12 centimeter.

Synaptolaemus latofasciatus zeer goed te houden in aquarium met een minimale lengte van 120 centimeter. Essentieel is dan wel om de bak van een sterke stroming te voorzien. Het zijn echte groepsdieren, dus een groep van ten minste 8 individuen is wel aan te raden. Temperaturen mogen variëren tussen de 22 en 28 graden Celsius. De soort is goed samen te houden met andere Zuid-Amerikaanse vissen uit snelstromend water, zoals , , en veel soorten uit de familie.

02/06/2025

Momenteel hebben wij erg scherp geprijsde (€ 9,95) nakweek Garra in de winkel. Hoewel bij sommige groothandels en/of winkels deze als wildvang worden aangeboden, zijn wij, gezien het verspreidingsgebied van de soort in het wild, de grote aantallen die bij veel groothandels worden aangeboden, er zeker van dat het om nakweek dieren uit Thailand gaat. Wildvang dieren zijn vaak vele malen duurder en al >9-10 cm, deze nakweek 3-4 centimeter.

Garra panitvongi is een recent beschreven (2023) en komt uit de rivier in . Voorheen was deze soort bekend in de aquariumhandel onder de naam Garra sp. “Red tail”. Garra panitvongi is zeer verwant aan G. , een andere soort die met enige regelmaat in de aquariumhandel te vinden is. Opvallend aan de soort is de grote “hoorn” op de kop zodra eenmaal volgroeid. Deze hoorn is aanwezig bij een groot aantal Garra soorten, maar de functie hiervan is nog onbekend. Garra panitvongi is zeer goed te onderscheiden van andere Garra soorten door de rode staart en blauwe v-vormige vlek op de hoorn.

Met een maximale lengte van ongeveer 14 centimeter is G. panitvongi een van de grotere Garra soorten. In het wild komt de soort voor in relatief snelstromende beken met een bodem bestaande uit afgeronde stenen. De soort is dan ook het best te houden in een vanaf ongeveer 120 centimeter. Temperaturen mogen variëren tussen de 20 en 27 graden Celsius. Hoewel de soort niet sterk samenschoolt, leeft deze van nature wel in groepsverband, en is het dus aan te raden om minstens een kleine groep te houden.

Voorheen Garra sp. "Red tail"

18/05/2025

Het genus is een zeer divers genus van vissen binnen de orde (“Tetra’s”). Leporinus zijn goed gestroomlijnde middelgrote tetra’s die voorkomen in het grootste deel van Zuid-Amerika. De naam Leporinus komt van Lepus (hazen). De kaak van Leporinus lijkt namelijk zeer veel op die van zoogdieren, waaronder die van de haas. In het verleden zijn daardoor fossielen van Leporinus zelfs ten onrechte aangezien van fossielen van primaten (Bogan et al., 2012).

Veel soorten Leporinus worden behoorlijk groot, waardoor deze lastig in aquaria te houden zijn. De meest aangeboden soort, Leporinus fasciatus, kan bijvoorbeeld een lengte van 30 centimeter bereiken. Momenteel hebben wij in de winkel echter een aanzienlijk kleiner blijvende soort beschikbaar: Leporinus . Deze soort wordt niet groter dan ongeveer 10 centimeter. De vissen zijn echter wel zeer sterke en actieve zwemmers, en hebben dus een aquarium vanaf ongeveer 150 centimeter nodig. Bij voorkeur moet de soort gehouden worden op sterk stromend water. Hoewel de dieren niet sterk scholen, hebben ze wel degelijk sociale interactie en is het dus aangeraden om ze in een groep te houden.

In het wild komt de soort met name voor rond de hoofdstromen van het Orinoco bassin. De soort eet planten, dus is niet aan te raden voor beplante aquaria. De soort is uitersmate geschikt voor een Zuid-Amerikaans , met daarin soorten uit genera als , , en vissen uit de familie .

Referentie:
Bogan, S., Sidlauskas, B., Vari, R. P., & Agnolin, F. (2012). Arrhinolemur scalabrinii Ameghino, 1898, of the late Miocene: a taxonomic journey from the Mammalia to the Anostomidae (Ostariophysi: Characiformes). Neotropical Ichthyology, 10, 555-560.

Veel soorten Leporinus worden behoorlijk groot, waardoor deze lastig in aquaria te houden zijn. De meest aangeboden soort, Leporinus fasciatus, kan bijvoorbe...

21/04/2025

is een grondel die in het wild voorkomt aan de oostkust van Zuid-Amerika. Momenteel hebben wij deze soort weer in de winkel beschikbaar, voor het eerst sinds 2013. De term grondel wordt in het Nederlands gebruikt voor zowel de orde en de familie binnen de orde Cypriniformes (karperachtigen). In dit geval hebben we het over Gobiiformes. Deze omvangrijke orde bestaan voornamelijk uit vissen voorkomend in zeewater, maar bevat ook enkele families met een groot aantal brak- en zoetwatersoorten. Door deze relatief hoge tolerantie voor zout, en in sommige gevallen de afhankelijkheid van de zee voor voortplanting, komen deze vissen wereldwijd in zoetwater voor. Deze vissen komen in zoetwater met name voor in kustrivieren met toegang tot brak- of zeewater, maar een aantal soorten komt ook verder landinwaarts voor.

Awaous is een van de genera met een verspreidingsgebied dat met name bestaat uit tropische kustrivieren. Dit genus komt voor in Noord- en Zuid-Amerika, Afrika, Azië, en Oceanië. De soort Awaous flavus komt voor in kustrivieren in aan de kust van noordelijk Zuid Amerika met zandige bodems. De soort voedt zich door voedsel met de bek uit het zand te filteren. A. flavus bereikt een maximale grootte van ongeveer 10 centimeter.

Deze soort kan gehouden worden in aquaria vanaf 120 centimeter. Belangrijk is een bodem bestaande uit zand, omdat de vissen hier het voedsel uit filteren. De vissen accepteren droogvoer, zolang het maar fijnkorrelig genoeg is. De soort kan zowel individueel als in een groep gehouden worden. A. flavus kan gehouden worden in aquaria met veel stroming, maar dit is absoluut geen vereiste.

22/03/2025

Deze week hebben wij twee in de winkel twee soorten binnengekregen, namelijk R. en R. . De namen geven al een duidelijke indicatie over hoe de soorten eruit zien: respectievelijk met witte randen in de vinnen (albo = witgekleurd & marginatus = gerand), en met een zwarte rugvin (nigro = zwartgekleurd & dorsalis = bovenzijde, verwijzend naar dorsale vin/rugin). Mannen van R. albomarginatus krijgen echter ook opvallende rode, paarse en blauwe kleuren. Bij R. nigrodorsalis krijgen de mannen een intense gele kleur in de vinnen. Vrouwen van beide soorten zijn aanzienlijk minder opvallend gekleurd. Beide soorten bereiken waarschijnlijk een maximale lengte van 6 tot 7 centimeter. R. nigrodorsalis is echter een zeer recent beschreven soort (Fan & Ryoichi, 2020), waardoor de maximale lengte bij deze soort nog niet met veel zekerheid te zeggen is. Beide soorten komen voor in het zuidoostelijke deel van China, maar komen niet samen voor in dezelfde rivier.

Rhodeus wordt ingedeeld in de familie Acheilognathidae (“bittervoorns”). Vissen in deze familie staan bekend om hun unieke voortplantingsstrategie. Voor de voortplanting parasiteren de vissen op mosselen. De eitjes van de vissen worden in de schelp van de mossel ingebracht. Hiervoor beschikken de vrouwtjes over een uitzonderlijk lange legbuis.

Beide soorten kunnen gehouden worden in aquaria vanaf 80 centimeter zonder verwarming. De dieren kunnen het beste gehouden worden in groepen vanaf 8 dieren. De soorten zijn goed bestand tegen enige stroming, maar veel stroming is niet noodzakelijk. Het kan interessant zijn om de dieren samen te houden met Chinese mosselen uit het genus , om ze hiermee van een afzetplaats voor de eieren te voorzien. De soorten kunnen goed gehouden worden met andere soorten uit het zuidoosten van China, zoals , , en .

Referenties:
Fan Li, Te-Yu Liao and Ryoichi Arai. 2020. Two New Species of Rhodeus (Teleostei: Cyprinidae: Acheilognathinae) from the River Yangtze, China. Journal of Vertebrate Biology. 69(1); 1-17. DOI: 10.25225/jvb.19055

15/03/2025

[VERKOCHT] Het showmodel van onze Aquatlantis Volga 180 is in de opruiming!

van € 578,-
VOOR € 359,-

Het aquarium is compleet met de nieuwe ORI smart WiFi controller en Biobox 2.0,de achterwand is voorzien van zwarte folie.

08/02/2025

Langzamerhand zijn we onze showmodellen en displaytanks weer aan het (her-)inrichten. De eerste is deze OASE StyleLine 175 die als Rio Orinoco tijdens hoog water is ingericht. Wat stammen, een lekker natuurlijke bodem, een palmvarenblad en met wat kleine aanpassingen aan de standaard meegeleverde verlichting maakt het naar ons idee een simpel en fraai biotoop. Het aquarium is nu aan het indraaien en binnenkort gaan de eerste bewoners erin.
-
-
-
-
-
-

31/12/2024

Het Indonesische eiland herbergt een grote verscheidenheid aan soorten vissen en andere aquatische fauna, waaronder een groot aantal endemische soorten. Voorbeelden hiervan zijn onder andere de bekende Sulawesi garnalen en slakken, maar ook enkele soorten grondels.

Momenteel hebben wij in onze winkel een van deze grondels, namelijk . Deze soort komt voor in Lake op het eiland. Dit is een relatief diep meer met steile oevers. De soort komt op dieptes tot twee meter. De bodem bestaat hier uit zand, grint en stenen. De vegetatie bestaat enkel uit algen; planten zijn niet aanwezig. Overhangende takken van bomen op de overs zijn wel aanwezig aan de randen van het meer. In de zeer ondiepe delen staan (een op palmbomen gelijkende plant) met de wortels in het water. M. adeia is vaak te vinden in en rondom lege schelpen van gemmifera, die als schuilplaats gebruikt worden. M. adeia komt samen voor met Mugilogobius latifrons. De twee soorten kunnen gemakkelijk worden onderscheiden op basis van het kleurpatroon. Echter zijn er ook aanwijzingen dat de twee soorten kunnen hybridiseren.

Mugilogobius adeia kan goed gehouden worden in aquaria vanaf 60 centimeter. De bak kan het beste ingericht worden met een bodem van grind en stenen waarop een goede laag algen kan ontwikkelen. Temperaturen mogen variëren tussen de 22 en 28 graden Celsius. Enkele lege slakkenhuizen kunnen worden toegevoegd als schuilplaats, maar let er wel op dat hier niet te veel kalk vanaf komt. Verder kunnen enkele takjes en bladeren worden toegevoegd. De vissen zijn enigszins territoriaal, dus het is belangrijk om te zorgen dat de vissen een klein territorium kunnen inrichten. De soort eet alleen levend en diepvries voer, dus geen droogvoer. De soort kan goed samen worden gehouden met andere dieren van Sulawesi, zoals Brotia spp., Tylomelania spp., spp. en ladigesi.

Referentie:
Larson, H. K. (2001). A revision of the gobiid fish genus Mugilogobius (Teleostei: Gobioidei), and its systematic placement. Records of the Western Australian Museum Supplement, 62(1), 1. https://doi.org/10.18195/issn.0313-122x.62.2001.001-233

Video:
https://www.youtube.com/watch?v=YQcwzSMc090

16/12/2024

12/12/2024

Yet another undescribed species of showed up from ! 😍 This time, Gastromyzon sp. 'Pink Polkadot' What a beautiful species yet again!
-
-
-
-
-

11/12/2024

Wederom is er een nog onbeschreven opgedoken. Dit keer gaat het om de Gastromyzon sp. 'Pink Polkadot'. Net zoals bij de meeste andere recente nieuwe soorten gaat het hier om een commerciële naam. De video is van vrij kort na aankomst en ook dit beloofd weer een heel fraaie soort te zijn!
-
-
-
-
-
-
-

Yet another new undescribed appeared, this time under the name of Gastromyzon sp. 'Pink Polkadot', of course this is just a commercial name as i...