02/10/2025
Voor zij die twijfelen of castratie/sterilisatie de beste manier is bij hun dier, best eerst even dit lezen.
Gedragsproblemen oplossen met castratie of sterilisatie? De waarheid is veel ingewikkelder.
"Je reu is zo dominant, je moet hem laten castreren."
"Onze hond is zo nerveus, misschien helpt sterilisatie haar om rustiger te worden?"
Het is misschien wel het meest gegeven advies in de hondenwereld: een gedragsprobleem? Castreren! Maar is het echt de magische oplossing waar het vaak voor wordt versleten? De wetenschap toont aan dat het een medische ingreep is met verstrekkende hormonale en dus gedragsmatige gevolgen, zowel positief als negatief.
Voordat je deze beslissing neemt puur voor gedrag, is het cruciaal om te weten wat bewezen is, wat niet en wat ronduit onzeker is.
---
✅ Wanneer is het BEWEZEN nuttig?
De ingreep heeft het meeste effect op gedragingen die direct door geslachtshormonen (voornamelijk testosteron bij reuen) worden aangestuurd.
1. Seksueel gemotiveerd gedrag:
* Zwerfgedrag/weglopen: De drang om op zoek te gaan naar een loopse teef vermindert drastisch of verdwijnt. Studies tonen hier een zeer hoog slagingspercentage (tot 90%).
* Markeren in huis: Het markeren met urine om territorium af te bakenen neemt bij een groot deel van de reuen significant af.
* Rijgedrag/mounten: Als het rijden seksueel gemotiveerd is (op andere honden, objecten of mensen), zal castratie dit gedrag sterk verminderen. Let op: rijden kan ook een uiting van stress of opwinding zijn en in dat geval helpt castratie niet.
2. Agressie tussen reuen:
Castratie kan agressie gericht op andere intacte reuen verminderen. Testosteron kan de competitiedrang verhogen en het wegnemen hiervan kan de lont uit het kruitvat halen. Echter, dit is geen garantie. Als de agressie ook een aangeleerde component heeft of voortkomt uit onzekerheid, zal het gedrag niet volledig verdwijnen of kan het zelfs toenemen.
---
❌ Wanneer is het BEWEZEN NIET nuttig (of zelfs schadelijk)?
Dit is het belangrijkste waar veel eigenaren aan voorbijgaan. Het weghalen van geslachtshormonen kan bestaande problemen verergeren.
1. Angst en onzekerheid:
* Dit is de belangrijkste waarschuwing. Testosteron heeft ook een 'zelfvertrouwen-boostend' effect. Bij een al angstige of onzekere reu kan het wegnemen van testosteron de angst juist verergeren. Dit kan leiden tot een toename van angst-agressie (blaffen/uitvallen naar vreemden, honden, etc.), geluidsfobieën en algemene nervositeit.
* Bij teven kan het verwijderen van progesteron (dat een kalmerend effect heeft) eveneens leiden tot meer onvoorspelbaar of angstig gedrag.
2. Agressie bij teven:
Meerdere studies suggereren dat teven die al reactief of agressief waren vóór de sterilisatie, een verhoogd risico hebben op verergering van dit gedrag ná de ingreep. Het is absoluut geen oplossing voor agressie bij teven en kan het probleem groter maken.
3. Niet-seksuele gedragingen:
Verlatingsangst, vernielzucht (uit verveling), overmatig blaffen, trekken aan de lijn, niet luisteren... Geen van deze gedragingen is primair hormoongestuurd. Castratie/sterilisatie zal hier niets aan veranderen. Het is geen vervanging voor training, management en mentale stimulatie.
---
❓ Wat is ONZEKER of afhankelijk van het individu?
1. Timing van de ingreep:
Vroeg-castratie (vóór 6 maanden) wordt steeds vaker in verband gebracht met gedragsproblemen op latere leeftijd, waaronder toegenomen angst, geluidsgevoeligheid en zelfs agressie. De geslachtshormonen spelen een cruciale rol in de sociale en emotionele rijping van een pup. Het wegnemen hiervan voordat de hersenen volledig ontwikkeld zijn, kan de ontwikkeling verstoren.
2. Cognitieve achteruitgang:
Recent onderzoek wijst op een mogelijke link tussen het verwijderen van geslachtshormonen en een verhoogd risico op Canine Cognitive Dysfunction (dementie) op latere leeftijd. De hormonen lijken een beschermend effect op de hersenen te hebben. Dit is een actief onderzoeksveld.
Conclusie: De gouden regel
Castratie of sterilisatie is geen gedragstherapie. Het is een drastische medische ingreep die een paar specifieke gedragingen kan oplossen, maar vele andere kan verergeren.
De enige juiste aanpak: Laat EERST een volledige gedragsdiagnose stellen door een gediplomeerd gedragsprofessional. Alleen als de motivatie achter het probleemgedrag duidelijk is (is het hormonaal, angst, aangeleerd, medisch?), kan er een weloverwogen beslissing worden genomen in overleg met je dierenarts.
Een ingreep is onomkeerbaar. Een goed trainingsplan is dat niet.
---
Bronvermelding:
1. Hart, B. L., & Eckstein, R. A. (1997). The role of veterinary medicine in the treatment of dominance aggression in dogs. Journal of the American Veterinary Medical Association. (Klassieke studie die de effecten op markeren en zwerven aantoont).
2. Neilson, J. C., Eckstein, R. A., & Hart, B. L. (1997). Effects of castration on problem behaviors in male dogs with reference to age and duration of behavior. Journal of the American Veterinary Medical Association.
3. AVSAB (American Veterinary Society of Animal Behavior). Position Statement on Dominance Theory. Hoewel over dominantie, raakt het aan de misvatting dat castratie een 'dominantieprobleem' oplost.
4. Spain, C. V., Scarlett, J. M., & Houpt, K. A. (2004). Long-term risks and benefits of early-age gonadectomy in dogs. Journal of the American Veterinary Medical Association. (Vond een toename in angst-gerelateerd gedrag).
5. Zink, M. C., Farhoody, P., et al. (2014). Evaluation of the risk and age of onset of cancer and behavioral disorders in gonadectomized Vizslas. Journal of the American Veterinary Medical Association. (Linkt vroege neutralisatie aan toegenomen gedragsproblemen zoals angst en fobieën).
6. O’Farrell, V., & Peachey, E. (1990). Behavioural effects of oestrogen-progestagen combinations in bi***es. Journal of Small Animal Practice. (Een vroege studie die al wees op mogelijke toename van agressie na sterilisatie).
7. Kim, H. H., Yeon, S. C., et al. (2006). Behavioural effects of ovariohysterectomy on bi***es. Journal of Veterinary Science. (Concludeert dat sterilisatie 'indiscriminate appetite and aggression' kan verhogen).
8. Hart, B. L. (2001). Effect of gonadectomy on subsequent development of age-related cognitive impairment in dogs. Journal of the American Veterinary Medical Association.