13/07/2025
Mijn collega Maaike van Hondenles.nl heeft het weer super helder verwoord:
𝗩𝗮𝗻 𝗱𝗼𝗺𝗶𝗻𝗮𝗻𝘁𝗶𝗲 𝗻𝗮𝗮𝗿 𝘃𝗿𝗶𝗲𝗻𝗱𝘀𝗰𝗵𝗮𝗽: 𝗱𝗲 𝘄𝗮𝗮𝗿𝗵𝗲𝗶𝗱 𝗼𝘃𝗲𝗿 𝘄𝗼𝗹𝘃𝗲𝗻𝗴𝗲𝗱𝗿𝗮𝗴 𝗲𝗻 𝗵𝗼𝗻𝗱𝗲𝗻𝘁𝗿𝗮𝗶𝗻𝗶𝗻𝗴
In de jaren '70 en '80 deden biologen Dr. L. David Mech en Schenkel onderzoek naar het sociale gedrag van wolven. Ze concludeerden dat wolven in een hiërarchische structuur leven, met een dominante leider bovenaan. Deze inzichten vormden de basis voor de zogeheten *dominantietheorie*, die jarenlang leidend was op hondenscholen. Volgens deze methode moest de mens altijd de ‘roedelleider’ zijn, wat leidde tot regels als: eerst de mens eten, de hond mag niet op de bank, en bij ongehoorzaamheid volgt een correctie.
Later gaf Mech zelf toe dat het onderzoek niet klopte. De wolven in zijn studie leefden in gevangenschap, kenden elkaar niet en kregen te weinig voedsel – omstandigheden die agressie in de hand werkten. In het wild leven wolven juist in familieverband, in samenwerking en harmonie. Geen sprake van een strijd om dominantie.
Toch bleef de dominantietheorie jarenlang populair, met als gevolg oefeningen als het afpakken van voer om ‘dominantie’ te tonen. Maar stel je voor dat iemand jouw bord eten zomaar weghaalt – dat voelt niet prettig. Een hond trainen om iets los te laten, kan ook anders: stap voor stap, op een positieve manier.
Ook het idee dat een hond op de bank ligt om de baas te spelen, is achterhaald. Honden liggen graag op de bank omdat het comfortabel is en ze graag bij hun mens in de buurt zijn. Dat heeft niets met dominantie te maken.
Gelukkig werken steeds meer hondenscholen inmiddels met beloningsgerichte methoden, zoals clickertraining. Deze aanpak zorgt voor minder angst en meer vertrouwen. Zo ontstaat er ruimte voor wat echt telt: een vriendschappelijke band tussen mens en hond. En dat is veel waardevoller dan een machtsstrijd.
𝗩𝗮𝗻 𝗱𝗼𝗺𝗶𝗻𝗮𝗻𝘁𝗶𝗲 𝗻𝗮𝗮𝗿 𝘃𝗿𝗶𝗲𝗻𝗱𝘀𝗰𝗵𝗮𝗽: 𝗱𝗲 𝘄𝗮𝗮𝗿𝗵𝗲𝗶𝗱 𝗼𝘃𝗲𝗿 𝘄𝗼𝗹𝘃𝗲𝗻𝗴𝗲𝗱𝗿𝗮𝗴 𝗲𝗻 𝗵𝗼𝗻𝗱𝗲𝗻𝘁𝗿𝗮𝗶𝗻𝗶𝗻𝗴
In de jaren '70 en '80 deden biologen Dr. L. David Mech en Schenkel onderzoek naar het sociale gedrag van wolven. Ze concludeerden dat wolven in een hiërarchische structuur leven, met een dominante leider bovenaan. Deze inzichten vormden de basis voor de zogeheten *dominantietheorie*, die jarenlang leidend was op hondenscholen. Volgens deze methode moest de mens altijd de ‘roedelleider’ zijn, wat leidde tot regels als: eerst de mens eten, de hond mag niet op de bank, en bij ongehoorzaamheid volgt een correctie.
Later gaf Mech zelf toe dat het onderzoek niet klopte. De wolven in zijn studie leefden in gevangenschap, kenden elkaar niet en kregen te weinig voedsel – omstandigheden die agressie in de hand werkten. In het wild leven wolven juist in familieverband, in samenwerking en harmonie. Geen sprake van een strijd om dominantie.
Toch bleef de dominantietheorie jarenlang populair, met als gevolg oefeningen als het afpakken van voer om ‘dominantie’ te tonen. Maar stel je voor dat iemand jouw bord eten zomaar weghaalt – dat voelt niet prettig. Een hond trainen om iets los te laten, kan ook anders: stap voor stap, op een positieve manier.
Ook het idee dat een hond op de bank ligt om de baas te spelen, is achterhaald. Honden liggen graag op de bank omdat het comfortabel is en ze graag bij hun mens in de buurt zijn. Dat heeft niets met dominantie te maken.
Gelukkig werken steeds meer hondenscholen inmiddels met beloningsgerichte methoden, zoals clickertraining. Deze aanpak zorgt voor minder angst en meer vertrouwen. Zo ontstaat er ruimte voor wat echt telt: een vriendschappelijke band tussen mens en hond. En dat is veel waardevoller dan een machtsstrijd.